Observeren

Jos van Himbergen, 08-03-2024

Een mooi facet van de vogelhobby

We schrijven 8 maart 2023. Ik kijk naar buiten en zie grote vlokken sneeuw het Brabantse landschap met een wit tapijt bedekken. Een vreemde constatering als je bedenkt, dat we nauwelijks een witte winterperiode hebben gehad. Met het witte landschap op mijn netvlies en een kop koffie binnen handbereik, begint het onderwerp voor dit artikel vorm te krijgen: Observeren.

Als de sneeuw verdwenen is en het zonnetje gaat schijnen, verandert de natuur in korte tijd. Met het lengen van de dagen, de regen en de kracht van de zon, krijgt de natuur weer haar mooie groene kleuren terug. Een ideale omgeving voor vogels om een nestje te bouwen en te zorgen voor nageslacht.
Ook de geitjes in de wei krijgen de kriebels als het voorjaar zich aandient. In de wei staat een stellage waar de geiten naar hartenlust op kunnen klimmen. Als je dit observeert, bemerk je dat er bij geiten een rangorde is.

Het machtspelletje, welke geit uiteindelijk op het hoogste deel van het klimrek mag staan, kan je herhaaldelijk aanschouwen. Met een bokkende beweging wordt het ene geitje vriendelijk doch dringend verzocht de oploopplank te verlaten. Het observeren van dit zich steeds herhalend ritueel is een genot om naar te kijken. Je bent getuige van het natuurlijke gedrag van de geitjes en vergeet eventjes al hetgeen waar we ons elke dag druk om maken.

Natuurlijk gedrag

In onze vogelhobby kunnen we ook het natuurlijke gedrag aanschouwen en even de bekommeringen van alle dag vergeten. Als kweker van gouldamadines kan ik genieten als de jonge goulds samen in een vluchtje verder kunnen uitgroeien tot prachtig gekleurde vogels. Elke twee uur ben je getuige van een zich herhalend ritueel. De kropjes zijn leeg en de jonge goulds gaan met z’n allen naar het voerbakje op de bodem van het vluchtje om de krop te vullen met vooral zetmeelrijke zaadjes. Het samen voedsel opnemen in een groep is niet enkel het voorzien in de voedingsbehoefte, maar ook een sociaal gebeuren waarin vogels met elkaar opgroeien en van elkaar leren. Om de beurt nemen ze ook een beetje water op uit het drinkgootje, om vervolgens genoegzaam op stok te verpozen totdat de krop weer leeg is en het ritueel zich herhaalt. 



Het observeren van onze vogels heeft niet alleen een ontspannende uitwerking, maar is ook noodzakelijk om tot een kweekresultaat te komen. Dat begint al met de aanschaf van de vogels. Waar komen de vogels oorspronkelijk vandaan. Het oorspronkelijke biotoop (natuurlijke leefomgeving) geeft ons aanwijzingen hoe we de vogels moeten verzorgen. Zijn het van oorsprong zaadeters dan moeten we natuurlijk als basis in het dagrantsoen een goede zaadmengeling verstrekken. Komen de vogels oorspronkelijk uit een vochtig gebied (tropisch regenwoud) of uit een warm, maar doorgaans droog gebied, dan geeft dit al een aanwijzing of we wat meer of juist weinig vochtrijk voer (denk aan kiemzaad of fruit) mogen bijgeven.

Verschillende biotopen

Gouldamadines bijvoorbeeld komen van oorsprong uit het Noord-Westen van Australië waar het doorgaans warm en droog is. Door het gebrek aan direct beschikbaar water in de droge periode, hebben de goulds het vermogen om het beschikbare vocht voor langere tijd in het lichaam vast te houden en te overleven. Juist na de regenperiode komt de natuur tot leven en is er meer voedsel in de vorm van halfrijpe zaden beschikbaar en natuurlijk niet te vergeten het water in plassen en beken. Van gouldamadines is bekend dat ze over enige afstand trekken naar gebieden waar water – en daarmee ook voedsel voorhanden is – om zich te kunnen voortplanten.

Papegaaiamadines daarentegen komen oorspronkelijk uit gebieden van de Indonesische Archipel en leven aan de randen van/of in het tropisch regenwoud waar het doorgaans warm èn vochtig is. Hierdoor hebben ze het hele jaar door meer keuze uit (vochtige) voedselbronnen, nestgelegenheid en een ideale omgevingstemperatuur. Dat willen zeggen minder grote verschillen tussen dag- en nachttemperatuur.

Observeer je vogels

Bij de verzorging van onze vogels kunnen we dus ons voordeel doen met de kennis van het vogelleven in de natuur. Ondanks onze goede voorbereiding kunnen onze vogels toch ongewenst gedrag vertonen. Daarom is het observeren van onze vogels een wezenlijk onderdeel van de verzorging.

Dus niet alleen voer in de vogelruimte plaatsen, maar vervolgens ook observeren wie het eerst op de voerbak zit. Houd ook de conditie van je vogelbestand in de gaten. Zitten ze met een mooi gesloten verenpak op stok of zitten ze de hele dag met de kop-in-de-veren, kijken ze met mooie ronde ogen of hebben ze maar kleine, half dichtgeknepen en vochtige/natte ogen, is de ontlasting consistent of gaat de vogel dun af en is er een afwijkende kleur. Met observeren kunnen we de conditie van de vogels in de gaten houden.

Voorbeeld uit de praktijk

Al langere tijd geleden bracht ik een bezoek aan een kweker van ara’s. Allemaal gehuisvest in een buitenvlucht van ruim 5 meter en een binnen-hok (droog en tochtvrij). De binnen-hokken waren mooi wit gekalkt en in de buitenvlucht hingen diverse takken, waaraan de ara’s hun knaagbehoefte konden botvieren. In elke buitenvlucht lag ook een groot blok houtskool.
Na de derde kooi te hebben bezichtigd, maakte ik de opmerking: ”Waarom ligt er in elke buitenvlucht een houtskoolblok op de grond?” De vogelliefhebber antwoordde: “Dat is in de natuur toch ook!”

Natuurlijk had de vogelliefhebber gelijk. In de natuur komt houtskool voor en wordt door de vogels opgenomen. Houtskool in de natuur kan ontstaan door natuurlijke krachten, zoals een blikseminslag waardoor brand ontstaat. Anderzijds is bekend, dat de plaatselijke bevolking met opzet een stuk bosgebied in brand steekt om het land in cultuur te brengen voor de voedselvoorziening. 

In het tropisch regenwoud van Zuid-Amerika, het leefgebied van de ara’s, zoeken de ara’s doorgaans in gebied van circa 5 km2 allerhande voedsel. Het zijn met name de jonge ara’s die nog moeten ondervinden (leren) welk voedsel eetbaar en voedzaam is en welk voedsel minder geschikt is. Hierdoor krijgen de ara’s ook minder goede stoffen in het verteringskanaal. Ook wel anti-nutritionele factoren genoemd. Om zich van deze “gifstoffen” te ontdoen, nemen ara’s in het wild onder andere houtskool op en eten ze ook klei van de wanden van de drooggevallen rivierbeddingen in de ochtend- en avonduren.



Op het eerste gezicht zou je veronderstellen, dat ara’s in gevangenschap ook behoefte hebben aan houtskool. Toch is dit niet juist. Houtskool absorbeert namelijk niet alleen “gifstoffen” in het verteringskanaal, maar ook vitaminen. Dit zijn levensnoodzakelijke voedingsstoffen, die in kleine hoeveelheid onmisbaar zijn. Door de inname van de houtskool kunnen de vitaminen door de houtskool worden geabsorbeerd en ongebruikt het lichaam via de ontlasting verlaten, waardoor een vitaminen-gebrek kan ontstaan.

Ara’s in de avicultuur krijgen voeding, dat geen anti-nutritionele stoffen bevat. Dus het argument om houtskool naar believen in de vorm van een houtskoolblok ter beschikking te stellen is dan ook niet nodig. In de humane voeding slikken mensen toch ook niet dagelijks houtskooltabletjes (norit) om een niet-bestaande spijsverteringsstoornis (diarree) te voorkomen. Alleen als je echt diarree hebt, kan het raadzaam zijn om houtskooltabletjes in te nemen om de darmen tot rust te laten komen en eventueel in overleg met een arts de oorzaak te achterhalen.

Ingrijpen bij afwijkend gedrag

Mijn bovenstaande betoog heb ik niet aan de vogelkweker verteld, totdat we bij de laatste vogelvlucht stonden. Observeren! Ik keek door het venster van het binnen-hok en zag op het einde van de buitenvlucht een koppel twenty-eight parkieten zitten. De mooie wit gekalkte wanden van het binnen-hok waren besmeurd met grote lange zwarte vegen. Normaal gesproken heeft een twenty-eight (zaadeter) een vaste ontlasting. Deze vogels hadden zichtbaar een probleem.
Om de kweker te confronteren met het probleem vroeg ik hem of er lori’s in de vlucht zaten.  “Nee” zei hij: “Kijk daarachter op de takken zit een koppel “twenty-eights.” Waarop ik antwoordde: “Hier heb je blijkbaar een probleem. Het zaad komt zeker maar half verteerd met de ontlasting?” Dit werd bevestigend door hem beantwoord. Ik vertelde hem, dat de oorzaak van het probleem in de buitenvlucht op de grond lag: het houtskoolblok! Kennelijk had dit koppel parkieten afwijkend gedrag vertoond door niet aan de takken te knagen, maar dagelijks te zondigen aan het houtskoolblok.
De houtskool bindt het vocht in de darmen en het zaad heeft onvoldoende tijd om verteerd te worden, waardoor het half verteerd het vogellichaam verliet. De zwarte kleur van de ontlasting was hierdoor ook verklaarbaar.
In de andere vluchten was geen zichtbaar probleem. Door het afwijkend gedrag van het koppel twenty-eight was de oplossing simpel: “Verwijder het houtskoolblok en de vertering verloopt weer normaal.” Aldus geschiedde.

Observeren is een belangrijk facet van onze hobby. Het is een genot om het gedrag van vogels te bestuderen. Anderzijds kan het observeren ons behoeden voor afwijkend gedrag, dat we juist willen voorkomen.