Code 7
HIMBERGEN ZAADMENGSEL VOOR
GROTE PARKIETEN EN AGAPORNIDEN
Basismengsel voor grote parkieten en agaporniden zonder zonnepitten. Deze worden toegevoegd afhankelijk van de huisvesting en leefperiode van de vogels.

De vogelliefhebber vraagt zich dikwijls af; "Waarom zijn aan de basismengeling voor grote parkieten en agaporniden (code 7) geen zonnepitten toegevoegd?" Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moeten we niet alleen rekening houden met de huisvesting, maar ook met de periode waarin de vogels leven; rusttijd, kweek- en ruitijd.

 

Huisvesting: Agaporniden worden doorgaans in een binnenruimte gehouden, welke in de wintermaanden al dan niet wordt bijverwarmd. Grote parkieten daarentegen zijn meestal in een buitenvlucht met nachthok ondergebracht, welke in de wintermaanden hooguit vorstvrij kan worden gehouden.

Leefperiode: Kweek- en ruitijd zijn voor alle vogelsoorten productieperioden, waarbij dagelijks bij de intensieve stofwisseling meer energie wordt verbruikt. Dit moet met de voeding weer worden aangevuld, zodat de parkieten hun conditie over een langere periode kunnen handhaven. 

 

Daarom moet tijdens kweek- en ruitijd voor de grote parkieten 16% zonnepitten (max.) aan zaadmengeling code 7 worden toegevoegd; in de rustperiode is een toevoeging van maximaal 12 % voldoende.

 

Agaporniden en forpussen zijn meestal in een binnenruimte gehuisvest. Tijdens kweek- en ruitijd mag maximaal 12% zonnepitten worden toegevoegd en in de rustperiode hooguit 6%. Verblijven de agaporniden, forpussen of catharinaparkieten in de rusttijd in een verwarmde ruimte (15 C of warmer) dan mogen zelfs helemaal geen zonnepitten worden verstrekt, omdat de vogels onder deze omstandheden te vet zouden worden. De opgenomen energie van de zonnepitten wordt niet verbruikt en omgezet als lichaamsvet. Te vette vogels zijn minder geschikt voor de kweek. De overmatige vetreserve kan de geboortewegen hinderen en legnood tot gevolg hebben.

 

Om deze reden zijn aan de zaadmengeling voor grote parkieten en agaporniden (van Himbergen code 7) geen zonnepitten togevoegd. De periode, waarin de vogels leven (kweek,rui of rust) en de huisvesting (buiten, binnen onverwarmd, verwarmd) zijn mede bepalend voor de hoeveelheid zonnepitten die grote parkieten en agaporniden mogen opnemen. Daar de huiosvesting en de leefperiode bij elke vogelliefhebber verschillend kan zijn, moet elke liefhebber voor zijn/haar situatie volgens onderstaand schema zonnepitten toevoegen.


CODE 7         GROTE PARKIETEN       AGAPORNIDEN


Kweek/Rui    16 % (4 kg max.)            12 % (3 kg max.)

Rust              12 % (3 kg max.)         0 - 6 % (0 - 1,5 kg max.)


(  )  Tussen de haakjes is de hoeveelheid zonnepittten weergegeven, die de liefhebber aan een zak van 25 kg code 7 moet toevoegen.

 

Zonnepitten zijn voor veel parkietensoorten een zeer geliefd voedsel. Vanwege het hoge vetgehalte mogen ze niet onbeperkt worden verstrekt. Om een evenwichtige voedselopname te bevorderen is het verstandig kweekvogels een gecontroleerde hoeveelheid voedsel te verstrekken. Bij voorkeur op een vaste voedertijd. Let wel: Vogels mogen nooit zonder voedsel zitten; bij de volgende voederbeurt mag nog een weinig zaad in de voerbak aanwezig zijn.

Met deze voederwijze wordt voorkomen, dat niet alleen de vetrijke zaden worden opgenomen, maar ook de kleinere, minder vetrijke zaden goed worden gegeten. Het opnemen (pellen) van de verschillende zaadsoorten is voor vogels ook een sociale bezigheid en vormt de basis voor een goede (kweek)conditie!

 

Zonnepitten zijn er in verschillende variëteiten (groot, middel, fijn) en kleuren (wit, gestreept, zwart). Uit onderzoek is gebleken, dat er geen significant verschil bestaat, tussen de verhouding "pit : schil" bij witte zonnepitten (groot en middel) en gestreepte zonnepitten. Ongeveer 46% van de zonnepit is schil en 54% is pit. De voedingswaarde van de verschillende zonnepitten is hierdoor nagenoeg gelijk op voorwaarde, dat de pit van goede kwaliteit is!

 

Wanneer zonnepitten in de voorgeschreven hoeveelheid aan zaadmengeling code 7 worden toegevoegd, in overeenstemming met de huisvesting en de levensperiode van de vogels, dan worden ze het hele jaar op een verantwoorde wijze gevoerd.